top of page

Prins Rick d'n Urste

Feesten kunnen wij als de beste, naar huis gaan we als leste!

​​

Dat is mijn lijfspreuk dit jaar. Mijn naam is Rick de Leeuw. Dit jaar heb ik de eer om de titel: ‘Prins Rick d’n Urste’ te dragen. Ik ben 31 jaar, woonachtig op kruipafstand van onze residentie Horeca de Lier en vier al jaren carnaval in Puiflijk.

​

Op mijn 7e verhuisden we naar Pufluk-Noord. Hier begon het meelopen met de mooiste optocht van Maas en Waal voor mij met Kennie Moier. Door mijn partner Esmee ben ik terecht gekomen bij C.G. de Koosjes en inmiddels zijn we al wat jaren trots lid van C.V. De Badboys. Daarnaast ben ik al enkele jaren actief lid bij C.V. De Torenuilen. Carnaval is misschien niet met de paplepel ingegoten, maar zit wel volledig in mijn bloed.

​​

In het dagelijks leven werk ik als monteur van funderingsmachines, graafmachines en betonpompen bij E.F.G. Equipment in Malden. Daarnaast volleybal ik bij de Flamingo’s in Puiflijk en op dinsdag ben ik regelmatig te vinden als vrijwilliger in de kantine van V.V. SCP.

​​

In mijn vrije tijd vind ik het leuk om met vrienden een biertje te drinken en een gezellige avond samen te hebben. Daarnaast ben ik regelmatig te vinden bij een van mijn grootste liefdes: N.E.C. De kleuren rood, groen en zwart zijn daarom ook op veel plekken terug te vinden dit jaar.

​​

Eenheid staat bij mij hoog in het vaandel. Dit geldt voor mij voor alle fronten: eenheid in de vereniging, eenheid in de groepen, eenheid in het dorp en eenheid binnen mijn hofhouding. Ik ben trots dat ik dit jaar de prins van Puiflijk mag zijn en deze fantastische hofhouding naast me heb staan.

​​

Ik vind het fantastisch om samen met een mede-Badboy dit jaar het Uilengat te mogen vertegenwoordigen. Twee Badboys heersend over het Uilengat, zo’n mooie carnaval hebben we nog nooit gehad!

 

Alaaf!

​

Met carnavelske groet,

Prins Rick d’n Urste

​

Proclamatie:

Ik, Prins Rick d’n Urste, prins van ’t Uilengat, proclammer hierbij:

 

Ten urste:

Carnaval voor groot en klein, iedereen mag zichzelf zijn.

​

 

Ten twidde:

Met bier wordt niet gemorst, anders krijg je aan het eind van de avond dorst.

 

 

Ten derde:

Drink, leef en geniet! Een laatste ronde kennen wij niet.

​

 

Ten vierde:

Dit jaar is alle muziek toegestaan, zolang je er maar feestend op los kan gaan.

​

 

Ten vijfde:

Twee Badboys heersend over het Uilengat, zo’n mooie carnaval hebben we nog nooit gehad!

​

 

Ten zesde:

Jong geleerd is oud gedaan, vandaar dat hier nu zo’n jonge hofhouding kan staan.

​

 

Ten zevende:

Vroeg pieken zit er deze carnaval niet in, elk biertje is weer een nieuw begin.

​

 

Ten achtste:

Heel het dorp viert carnaval samen, dat kunnen we met z’n allen beamen.

​

 

Ten negende:

Horeca de Lier is de plek waar wij onze carnaval vieren, samen gaan we hier een mooi feestje versieren.

​

 

Ten tiende:

De polonaise komt dit jaar vaak voorbij, sluit aan en maak een lange rij.

​

 

Ten elfde:

Mijn huis staat zeker niet het verste, daarom sluit ik af met mijn lijfspreuk: Feesten kunnen wij als de beste, naar huis gaan we als leste.

 

Alaaf!

bottom of page